Als schrijver is het de kunst om woorden bij elkaar te zetten, er zinnen van te maken en daarmee een verhaal dat iets vertelt. Soms hebben woorden een dubbele betekenis en moet je opletten, maar tegenwoordig is er een trend om bestaande woorden te vervangen. Niet omdat het nodig is, maar omdat gedacht wordt dat daarmee problemen veranderen of zelfs worden opgelost. Daarmee wordt een suggestie gewekt die vaak niet klopt. Ik pik er zomaar een aantal uit.
Gastarbeider wordt arbeidsmigrant
Na de tweede wereldoorlog moest Nederland weer worden opgebouwd. Dat was aanvankelijk niet gemakkelijk, want er waren te weinig materialen om überhaupt te bouwen. Geld om materialen te kopen was er ook amper. Ook moest er gekozen worden tussen opbouwen van fabrieken en woningen. Toen dat eenmaal op een goed spoor was, werd in de jaren 50 begonnen met bouwen van veel huizen, maar ook fabrieken en andere zaken. Al snel bleek dat er handjes tekort waren en werden er mensen geronseld uit andere landen. Eerst Griekenland, Italië en Spanje en later Turkije en Marokko. Met die landen werden migratiepacts gesloten, want het was namelijk wel de bedoeling dat deze mensen, gastarbeiders genoemd, terug zouden mogen keren naar eigen land als ze hier overbodig waren. Dat impliceert de term ‘gast’ ook, dat het om een tijdelijk verblijf zou gaan. Dat bleek echter anders uit te pakken en deze mensen bleven en dat vormde een probleem, want ze waren meestal niet of slecht geïntegreerd in de Nederlandse cultuur.
De term gastarbeider is nu arbeidsmigrant geworden, maar is er nu iets veranderd? Nauwelijks Van de ruim 700.000 mensen afkomstig van buiten Nederland die werken, is ongeveer 50% in een vast dienstverband. Dat impliceert dat deze mensen langer blijven en ook min of meer integreren in de Nederlandse samenleving. De andere helft werkt als uitzendkracht, is vaak slecht gehuisvest en is hier alleen om geld te verdienen. Integreren doen ze amper en keren ook vaak weer na een tijdje terug naar land van herkomst. Dat is niet anders dan in de tijd van de gastarbeider, maar je krijgt de indruk dat door gebruik van een andere term, het probleem ook anders is geworden. Dat lijkt echter lastig aantoonbaar.
Leven in armoede wordt bestaanszekerheid
Wie te weinig geld heeft om te leven is gedoemd te leven in armoede. Je mag al blij zijn als je een dak boven je hoofd hebt en iets te eten. Mensen die leven in armoede worden vaak niet begrepen, zijn minderwaardig of luie donders. Ze worden vaak uitgebuit en wie voor een dubbeltje is geboren, zal nooit een kwartje worden. Al decennia lang wordt er een armoedebeleid gevoerd met als doel armoede te bestrijden. Dat klinkt alsof het een ziekte is. Met dat bestrijden lukt het niet best, want steeds meer mensen belanden in de armoede, vaak gedefinieerd als mensen die op of onder heb bestaansminimum leven.
Tegenwoordig wordt er niet meer gesproken over armoede, maar over bestaanszekerheid (zekerheid dat je over de middelen kunt beschikken om in je levensonderhoud te kunnen voorzien). Dat is dus hetzelfde als armoede alleen vanuit een anders gezichtspunt. Maar als je niet genoeg middelen hebt om in je bestaan te voorzien, ben je nog steeds arm. Het beleid om armoede te verminderen heeft decennia lang gefaald, maar zal zeker niet veranderen door het nu eens een beleid op bestaanszekerheid te noemen.
Sociaal wordt brede welvaart
Wie wil weten wat brede welvaart is, kan beter even de pagina van het CBS raadplegen. Waar welvaart nog voornamelijk ging over het bezitten van voldoende middelen, gaat brede welvaart veel verder. Nou ja verder, het is zo’n beetje het bij elkaar vegen van alle aspecten van het leven waarbij je ook nog eens rekening houdt met de toekomstige generaties. Het gaat over welzijn, materiële welvaart, gezondheid, arbeid, wonen, samenleving, veiligheid en milieu. Het vervelende is dat elk deeltje weer zijn eigen kwetsbaarheden heeft en het bij elkaar vegen die kwetsbaarheden niet weghaalt. Waar ooit de gedachte was dat je er samen iets van moest maken (sociaal) wordt er nu gedacht in een systeem waarbij iedereen recht heeft op voldoende van elk van de onderdelen. Het is een mooi streven, maar de problemen die er met elk van de onderdelen was, blijft ook nadat je het anders bent gaan noemen.
En zo wordt er wel meer gegoocheld met woorden
Zo was diplomatie ooit de wijze waarop je met andere landen in contact was, tegenwoordig is diplomatie geworden tot een handelswijze om überhaupt in contact te blijven. Van methode tot middel.
Een vijand is nu een onbetrouwbaar land geworden.
Rechtsstaat is een doel geworden, terwijl het gewoon een onderdeel is van de trias politica.
Onderwijs was ooit een vorm van overdracht van kennis, maar is nu een gedrocht waarvan eigenlijk niemand meer weet wat het eigenlijk nog is.
Migratie was ooit het verschil tussen emigratie en immigratie, maar tegenwoordig telt emigratie niet meer mee.
En soms worden woorden geïntroduceerd die weinig zeggen zoals voedselzekerheid (wat heb je er aan als je geen geld hebt?), klimaatadaptatie (aanpassen aan omstandigheden van onleefbaarheid?) en hervormingsagenda (alsof je hervorming kan plannen).
Tegenwoordig weet je ook niet meer of woorden door mensen bij elkaar zijn gezet of door chat gpt of een andere AI-tool. En waar vroeger 1 beeld meer zei dan duizend woorden, kun je ook dat steeds vaker in twijfel trekken. Als schrijver vind ik dat woorden er nog steeds toe doen, maar dat wordt wel steeds meer bedreigd. Is daar al een woord voor gegoocheld?